eerste berichteerste berichtvorige bericht08-08-2015volgende berichtlaatste berichtlaatste bericht


Hoedspruit

Zaterdag
Om zeven uur zitten we aan het ontbijt en tegen achten rijden we op de weg naar de ingang van het park. Daar staat een lange file, alsof er een ongeluk gebeurd is. Maar dat blijkt de wachtrij te zijn. Een medewerker van het park staat bij de achterste auto en deelt de registratieformulieren uit. Hij zegt dat het abnormaal druk is. Het lijkt wel kerst! Hier moet je aansluiten, tenzij je gereserveerd hebt. Hé, dat hebben wij! We laten onze voucher zien en mogen vervolgens langs de file naar de ingang rijden. Dat scheelt ons een uurtje wachten...

Het is nog vroeg. De zon is net op en de ochtendnevel verdwijnt. We zien al snel weer giraffen en impala's. Vooral als er groepjes auto's stilstaat, is duidelijk dat daar iets te zien is. Zo zien we mensen die zeggen dat ze leeuwen en cheeta's zien, maar wij zien daar alleen gras en bomen. Maar we zien genoeg andere beesten.















Na een paar uur slaat de verzadiging toe. We zien impala's, zebra's en Poemba-varkens, maar stoppen niet meer voor een foto. Maar als er een hele kudde olifanten oversteekt, kun je sowieso beter even stoppen.



Om drie uur rijden we het park uit. Nu alleen nog even de routebeschrijving volgen die we van Marjan (Rondreisopmaat.nl) gekregen hebben. Helaas is ook deze keer de beschrijving onvolledig. We worden de R531 op gestuurd, waar de R40 bedoeld wordt en er is een onvermelde T-splitsing. Zodoende moeten we twee keer bellen met onze eindbestemming. Het kost een uur omrijden. Het laatste stukje van de rit is bijna onbegonnen werk voor een eenvoudige lage Honda. We denken dat Marjan hier zelf nog nooit geweest is.



Wij zijn vrij solistische vakantiegangers. Maar dat moeten we nu even loslaten. De beheerders heten ons van harte welkom met een sapje op de parkeerplaats. We zitten midden in de bossen, tussen zebra's, giraffen en andere safaribeesten. De zon is al ondergegaan.

In de centrale ruimte zitten bewoners van andere huisjes. Twee Australiërs, twee Zwitsers en heel veel Nederlanders. Alleen in die ruimte is wifi, dus snel het thuisfront bijpraten en mail wegwerken.

Om zeven uur begint iemand enorm te trommelen op een vuilnisvat. Dat blijkt de lokroep voor het diner te zijn. In de nabijgelegen, omheinde kampvuurplaats brandt een vuur met daaromheen een cirkel van gedekte tafeltjes. Het menu van vandaag is braai: gebarbecued vlees, aardappelsalade en bonensalade. Heel lekker. We praten met het Australische echtpaar en enkele van onze landgenoten en gaan vroeg naar bed. Want om half zes is de wake-upcall voor de wandelsafari!



Zondag
Om zes uur wandelen we met een gids en zeven anderen door het wildpark waarin ons huisje staat. Omdat we nu wandelen, kan de gids ons wijzen op voetsporen en andere details. Dieren die jagen, willen zichzelf niet verraden. Daarom zetten zij hun achterpoten op de plek neer waar hun voorpoten gestaan hebben: minder kans op krakende takjes.





Ondertussen komt de zon op.



We zien sporen van katachtigen, van zebra's, giraffen en impala's. Ook poep is herkenbaar: graseters hebben zwarte poep, bladeters poepen bruin.
We zien ook een marula-boom, waarvan de vruchten gebruikt worden voor het nationale drankje amarula.



Natuurlijk zien we ook dieren, zoals zebra's, giraffen, een kleine ijsvogel en struisvogels.



En een enorme termietenburcht. Door een gat in de bovenkant kunnen we voelen dat het daarbinnen behaaglijk warm is. In de zomer is het daar juist koel. Heel interessant allemaal.



Na het ontbijt genieten we op onze veranda van het uitzicht, de bloemen, de stilte en de vele brutale velvet aapjes.





De kamers zijn verhoogde, betonnen huisjes met rieten dak en veranda met uitzicht op de bossen. De badkamer heeft twee wastafels, een zitbad, een douche en doorloop naar een buitendouche. Er hangt een muskietennet over het bed.





Het is heel warm voor een Afrikaanse winter, 30 graden. De dapperste gasten wagen een duik in het ijskoude zwembad. Ondertussen maakt Albert de struisvogel, met zijn agressieve gedrag het terras onveilig. Zelfs het personeel is bang voor hem. De beige vrouwtjesstruisvogels zijn heel rustig, maar het zwarte mannetje is een beetje doorgeslagen. Af en toe jaagt iemand hem weg door met zwaaiende armen en veel lawaai op hem af te lopen. Het helpt steeds maar even.

Na de lunch (pasta met kaassaus) bereiden we ons voor op de middagsafari. Met een klein busje brengt de beheerder ons over de hobbelweg naar een nabijgelegen reservaat. Hij rijdt 80 op deze rammelweg en desondanks duurt de rit een half uur.

Aan het begin van het reservaat is een soort dierentuin met cheeta's en andere bedreigde diersoorten. We moeten wat formulieren invullen en ondertekenen over eigen risico en zo, wel een beetje vreemd, maar het schijnt normaal te zijn. Even later zitten we met zeven anderen in een overdekte jeep met hoge zitplaatsen. Chauffeur Reinier is onze gids en rijdt over de bultige zandwegen door een enorm groot gebied. Hij doet dit de hele dag en lijkt het een beetje zat te zijn, maar als we dieren tegenkomen, vertelt hij er enthousiast over. We zien een kudde buffels, allerlei antilopensoorten, het geraamte van een giraf en nog veel meer.







Als toegift zien we, terwijl de zon ondergaat, nog een paar luierende leeuwinnen bij een half opgegeten zebra, die hier vanochtend door de leeuwen is gegrepen.





We stoppen om half acht op een open plek. Hier kunnen we veilig uitstappen en een drankje drinken. De sterrenhemel is fantastisch. Omdat we op het zuidelijk halfrond zitten, is hier geen Grote Beer of Poolster. Hier is het Zuiderkruis het belangrijkste oriëntatiepunt, omdat dit sterrenbeeld het zuiden aangeeft.



Het laatste stuk van de safaririt heeft Reinier een schijnwerper in z'n hand waarmee hij voortdurend links en rechts in de bossen schijnt. Katachtigen vallen op door hun gele ogen, de ogen van aapjes reflecteren rood licht en een kudde buffels reflecteert tientallen witte lichtjes. In een zijpaadje is een hyena bezig met de vakkundige sloop van een voormalige buffel. We komen er met de jeep heel dichtbij.





Bij de ingang van het reservaat stappen we weer in het busje van onze kampbaas en we stuiteren een half uur terug.
Vlak bij de lodge staat een busje schuin op de weg. Ze blijken een luipaard gespot te hebben. Het beest zit roerloos achter het hek en valt bijna niet op. Mooi, die kunnen we ook afkruisen. Check! We hebben nu van de Big Five alleen de neushoorn niet gezien.
Het kampvuur bij de lodge brandt en het diner bestaat uit kudupastei en varkensvlees.



Het was een avontuurlijke dag. Morgen gaan we hier weg, naar de volgende overnachtingsplaats.




eerste berichteerste berichtvorige bericht08-08-2015volgende berichtlaatste berichtlaatste bericht
© M. van Toll