Gevaarlijk stil

(Door Thea Derks, AD Magazine, 1 september 2001)

Wat is leven zonder geluid?
Absolute stilte bestaat niet. Zelfs in een totaal geluidsgeïsoleerde ruimte hoort iemand na een tijdje zijn eigen hartslag, het gerommel van zijn darmen, het malen van zijn kaken en zelfs het knipperen van zijn ogen. Als stilte hetzelfde is als de afwezigheid van geluid, dan zullen de meesten van ons nooit totale stilte beleven. Behalve degenen die volkomen doof zijn. Het is ook maar de vraag of totale stilte wel zo gewenst is. Weliswaar beweert 40 procent van de Nederlanders in enquêtes regelmatig last te hebben van geluidsoverlast, stilte is misschien wel minstens net zo lastig. In de wetenschappelijke literatuur is regelmatig paranoia als gevolg van absolute stilte beschreven.

Proefpersonen die in geluidsdichte kamers worden opgesloten kunnen, net als sommige doven, last krijgen van hallucinaties. Het oor past zich aan de stilte aan en 'draait de versterker' net zolang op, tot er enig geluid valt te signaleren. Eerst is dat bijvoorbeeld de hartslag, maar als dat niet lukt gaan de hersenen spontaan allerlei golfpatronen genereren. De arme proefpersoon kan dat ervaren als paranoia, maar hij kan ook de illusie hebben dat hij regelrecht in contact staat met God of dat hij in het rijk der doden is belandt. Stilte kan net als geluid, worden ingezet als martelwerktuig.

Stil geluid
Een goedgeïsoleerde bunker is niet altijd die aangename plaats om te wonen, die sommige lawaaihaters zich dromen. In Nederland klagen 170 mensen die in extreem stille huizen wonen over 'stil geluid'. Ze horen permanent een laag gebrom of gezoem. Vaak denken ze dat het gaat om een transformator of een stationair draaiende vrachtwagen in de buurt. Ze krijgen daardoor last van slaapproblemen, concentratiestoornissen en geïrriteerdheid. Hun familie verklaart ze voor gek, maar recent onderzoek van de Natuurwinkel in Groningen toont aan dat veel van deze mensen het bij het rechte eind hebben. Het kan dan inderdaad om een vrachtwagen gaan die een paar honderd meter verderop staat, maar ook om geluiden van het eigen lichaam. Hun omgeving produceert niet voldoende achtergrondgeluiden om het gebrom te maskeren. Meestal gaat het om mensen die erg muzikaal zijn. Hun gehoor is beter dan dat van anderen, waardoor ze zelfs bijzonder zachte geluiden horen.

Om te begrijpen wat stilte is, moeten we eerst begrijpen wat geluid is. Geluid wordt gemaakt als lucht - of water - in beweging komt. Dat kan het gevolg zijn van een klap op een tafel, maar ook van het neerdwarrelen van een veertje, al geeft dat zo weinig geluid dat wij mensen het niet kunnen waarnemen. De lucht in de buurt van het voorwerp begint te trillen. Razendsnel ontstaan er kleine wisselingen in de luchtdruk. Die wisselingen worden via de lucht overgebracht op andere voorwerpen, maar ook op de trommelvliezen in de oren, die mee gaan trillen. Via het middenoor en de gehoorzenuwen wordt het geluidsignaal overgebracht naar de hersenen. Het gevolg is dat we 'iets horen'. Voor totale stilte is het dus nodig dat de lucht om ons heen volkomen stil is. Dat lukt alleen als geen enkel voorwerp in beweging zou zijn. Een situatie die nooit voorkomt.

Geluid bestrijden met anti-geluid
Akoestici proberen al jaren om geluid met geluid te bestrijden, om zo kunstmatig stilte te creëren. Het idee is dat men met anti-geluid op den duur geluidsoverlast zou kunnen bestrijden. De techniek, die nog in de kinderschoenen staat, is bekend als Active Noise Control (ANC). In theorie is het mogelijk om geluid tegen te gaan, door geluidgolven te produceren die in fase precies tegengesteld zijn aan de oorspronkelijke geluidgolven. De optelsom zorgt voor uitdoving van het ongewenste geluid. Een computerchip moet wel eerst even het bestaande geluid analyseren. En juist dat blijkt in de praktijk oneindig complex. Meestal gaat het bij lawaai niet om één geluid, maar om een optelsom van verschillende geluiden, afkomstig van verschillende bronnen in onvoorspelbare patronen. En dat is bijzonder lastig om te analyseren en vervolgens op te anticiperen. Wetenschappers achten de kans bijzonder klein dat ANC ooit beschikbaar komt voor de huiskamer. Bij eenvoudige en voorspelbare geluidsbronnen, zoals heipalen, zou ANC op den duur wel kunnen werken.

Geluidsniveaus
Een vallend blad is waarschijnlijk een van de zachtste geluiden die we kennen. Het produceert ongeveer 10 decibel. Niet hoorbaar voor het menselijke oor, dat geluiden kan waarnemen vanaf ongeveer 20 decibel. Het geschreeuw van vogels ligt rond de 40 decibel. Vanaf 50 decibel kunnen we geluid als hinderlijk ervaren. Boven de 65 decibel - het geluidsniveau langs een drukke verkeersader - kunnen we zelfs sterven aan geluid. Alleen al in Amsterdam zouden per jaar ongeveer 40 geluidsdoden vallen, stelt geluidsdeskundige Reind Muchall in Het Parool van 27 juli 1999. Een overmaat aan lawaai leidt namelijk tot stress en daarmee tot hoge bloeddruk en hartinfarcten.

Huishoudelijke apparaten en schreeuwende kinderen op een schoolplein zijn goed voor 70 tot 85 decibel. Vuurwapens, sirenes en straaljagers produceren geluid tussen de 70 en 140 decibel, popconcerten 90 tot 130 decibel. Vanaf 120 decibel doet geluid letterlijk pijn aan de oren. Gelukkig kan iemand die behoefte heeft aan stilte - in de betekenis 'zo stil mogelijk' - de radio en huishoudelijke apparaten afzetten en de ramen sluiten om het lawaai van spelende kinderen en voortdenderende stadsbussen zoveel mogelijk buiten te sluiten. In extreme gevallen kunnen zelfs oordopjes te hulp worden geroepen. Zo'n relatief stille omgeving kan helpen om tot rust te komen, makkelijker in te slapen of om geconcentreerd te lezen of werken.

Rust
Stilte en rust zijn lang niet altijd synoniem. Mensen die tot rust willen komen, zoeken merkwaardig genoeg vaak het lawaai op. Ze maken, weer of geen weer, bij voorkeur een wandeling langs de zee of in het bos. Terwijl de natuur allesbehalve stil is. Zeker bij storm, als de wind voor een enorme herrie zorgt. Er zijn maar weinig plaatsen - afgezien van houseparty's en bouwputten - waar het geluidsniveau hoger ligt dan aan een woeste kust. Bij storm aan zee komt het geluidsniveau makkelijk tot 110 decibel en een onweersbui haalt zelfs de 120 decibel. Blijkbaar maakt het voor ons idee van stilte erg veel uit welk geluid ons omringt. Natuurlijk lawaai ervaren we anders dan onnatuurlijk lawaai. Minder penetrant en vooral minder irritant. De luidheid houdt niet altijd rechtstreeks verband met het geluidsniveau. Het oor is in staat om onderscheid te maken tussen verschillende geluiden. De 'lompe' geluidsmeter maakt daarentegen een optelsom van verschillende geluiden tegelijk. Daarom bieden decibels onvoldoende uitkomst bij discussies over geluidsoverlast.

Andere zintuigen
Het rustgevende effect van de natuur, of die nu bestaat uit bos, duin, zee of landbouwgebied is niet alleen een kwestie van geluid, maar ook een kwestie van visuele waarneming. Recent onderzoek van de Universiteit van Wageningen wees uit dat mensen die in een groene omgeving wonen, aanwijsbaar minder last hebben van stress dan mensen die in een stedelijke omgeving leven. Ook bleek dat ze gezonder waren. In een groene omgeving spelen bovendien allerlei effecten mee die de ervaring van stilte versterken. Als het stevig waait, worden andere, hinderlijke geluiden zoals die van vliegtuigen, overstemt. Het kan ook zijn dat een storend geluid door tegenwind niet meer te horen is. Helaas is dat bij wind mee omgekeerd. Verder kan een groene omgeving als een natuurlijke geluidswal werken. Een driedubbele rij stevige bomen vermindert het geluidsniveau met zo'n tien decibel. Ook de bodem speelt een belangrijke rol. Geluiden dragen over asfalt en steen veel verder dan over een dempende grasbodem of bosgrond. En een dik pak sneeuw is helemaal een uitstekende geluidsdemper. Vandaar dat niets zo verstild is als een besneeuwd landschap.

Helaas is stilte - of moeten we het 'een natuurlijke geluidsomgeving' noemen - in Nederland steeds verder te zoeken. Vooral in de Randstad is het haast ondoenlijk om zo ver bij snelwegen, spoorlijn of luchthaven vandaan te zijn dat je echt alleen nog maar wordt omringd door kwetterende vogels en ruisende bomen. Bioloog Eef Arnolds schreef Weg van de natuur, leidraad voor natuurbeleving en natuurbeschouwing, waarin hij de rol van deze 'stilte' onderzoekt. Arnolds: "Stilte is niet alleen de afwezigheid van geluid, maar heeft ook te maken met andere zintuigen. Een gebied kun je bijvoorbeeld omschrijven als een verstild landschap als je ogen niet worden afgeleid door druk bewegende beelden of door gebouwen, zoals in de stad. Als je ver kunt wegkijken, geeft dat een gevoel van harmonie, van rust. Bij stilte hoort ook de afwezigheid van storende geuren, want die verhogen je waakzaamheid, er kan gevaar dreigen. In Amerika staan gigantische bomen, daar word je vanzelf stil van, net als in een kathedraal. Ook de zee of een bergtop kan heel verstillend werken. Je word je ervan bewust dat je niet de koning van de schepping bent, maar een onbeduidend onderdeel ervan. Als je je aan deze gedachte durft over te geven, kom je als vanzelf bij de stilte in jezelf."

Meditatie
Deze vorm van stilte beïnvloedt de menselijke geest op een positieve manier meent Arnolds: "Deze stilte is een kwaliteit waar veel mensen - bewust of onbewust - naar op zoek zijn. Het verbaast mij dat artsen niet vaker de natuur aanraden als bron van genezing, terwijl dat toch voor de hand ligt. Sommige mensen gaan mediteren, maar dat is nog altijd een handeling en soms word je juist kriegel van een half uur lang stil op een krukje zitten. Daarom maak ik onderscheid tussen mediteren en het meditatieve moment, waarop je daadwerkelijk de stilte ervaart. We staan voortdurend onder druk om te presteren en bouwen in het dagelijkse leven een enorme spanning op. Die moeten we af en toe ontladen, anders kunnen we overspannen raken."

Recht op stilte
Hoewel elk mens behoefte heeft aan stilte, leven wij in een echte lawaaicultuur. Radio en tv domineren elke huiskamer. Het uitgaanspubliek solliciteert al dansend naar een gehoorbeschadiging in discotheken en bij popconcerten. "Het is inmiddels zo ingebakken dat er altijd en overal geluid is", verzucht Arnolds, "dat velen de stilte niet eens meer kennen, of er zelfs bang voor zijn. Dat merk je wanneer mensen in een rustige omgeving als een bos of een verlaten strand juist heel hard gaat praten, of een gettoblaster aanzetten. Het heeft te maken met de angst voor het onbekende, men is nu eenmaal gewend aan dat lawaai. Een existentiële angst, want stilte wordt geassocieerd met de dood. Ik zie het qua stilte somber in voor de toekomst. Hoewel ik voorstel haar op te nemen als een van de fundamentele rechten van de mens, denk ik dat zij in de komende jaren alleen maar verder bedreigd zal worden. Daarom probeer ik mensen bewust te maken van haar waarde. Maar ik voel mij een roepende in de woestijn."