Hooijer dicht stilte

(Uit: De Gooi- en Eemlander, 12 april 2000)


Stil zal het vandaag niet zijn in huize Hooijer, wel spreekt de Internationale Stilte Bewustwordingsdag de Baarnaar A.W. Hooijer erg aan. Na een artikel in deze krant over de stiltedag dook Hooijer in z'n schriften vol gedichten en stuurde er meteen drie op. "Misschien heeft u er iets aan."

Opvallend is dat ze alledrie begin jaren '60 zijn geschreven, jaren die in de herinnering kalm, rustig en stil lijken. "Nee hoor, toen was het ook al zo, er is niets veranderd. U hoeft het jaartal er ook niet bij te zetten, het geldt nog steeds", zegt Hooijer.

De Baarnaar doet vandaag niet mee aan de stiltedag, echtgenote Nel is jarig. "Maar we maken er geen drukke verjaardag van." Op dagen dat hij stilte zoekt is Hooijer nogal eens te vinden in de bossen achter Kasteel Groeneveld, in de polder of, wat verder weg, in de bergen in Noorwegen. Vroeger zeilde hij. "Dan zocht ik de stilte op het water. Maar dat doe ik niet meer. Ik ben 74, ik ga geen bootje meer kopen."

Als Hooijer op pad gaat is dat 's ochtends vroeg, als iedereen nog op één oor ligt. Anderen zouden dat ook eens moeten doen, dicht hij in 'Zondagmorgen in de Groeneveldse bossen'. De stilte is er nog wel, maar niet voor uitslapers. Mensen die klagen dat ze nooit een rustig plekje vinden moeten een keertje om zes uur uit de veren, voordat iedereen er.op uit trekt.

Verlaten ligt de auto snelweg, waarop een vogel voert zijn jong; een ree staat in het bos te kijken, verdwijnt dan met een reuze sprong', schreef Hooijer al in mei 1964.


De Stilte

Stilte, waar bent u gebleven
in deze jachtend snelle tijd?
Ver houdt u zich steeds verwijderd
van de mens met zijn lawijt.

Op het water kunt ge toeven,
in het diep duister van de nacht;
daar heb ik u weer gevonden,
ver van auto's en gejacht.

Stilte, stilte om mij hene
diepe donk're wond're nacht;
flarden wolken aan de hemel
lichte regen ritselt zacht.

Glinsterende speelse golven,
wijde verten om mij heen;
pinkend lichtje aan de einder
op het IJsselmeer... alleen.

Daar bevindt zich nog de stilte
grootse stilte der natuur,
Tot u ook daar zult zijn verdreven
door de mens met zijn cultuur.